Tijdens het congres een Bord vol Kansen op 7 oktober vertelden vier voedselbanken hoe zij zorgen dat onze hulp meer is dan voedsel alleen. Hun verhalen delen we hier.
Voedselbank Venlo stimuleert gezonde keuzes met ‘De Gezonde Tas’
Mensen met een laag inkomen schulden leven 15 jaar korter in goede gezondheid en sterven 5-8 jaar eerder dan mensen met een hoog inkomen. Voeding speelt een belangrijke
rol bij het veroorzaken van deze verschillen. Kunnen onze klanten wel gezond eten als je niet rond kunt komen en gezonde producten steeds duurder worden? Daarom lanceerde Voedselbank Venlo de ‘Gezonde Tas waarbij mensen zélf gezonde re keuzes gaan maken. Daarvoor hebben we 4 interventies ontwikkeld die elkaar versterken.
- Gezonde producten jaarrond op voorraad: Zorg dat je in je assortiment voldoende keuze aan producten uit de Schijf van Vijf hebt. Het jaarrond beschik baar hebben van voldoende groente & fruit.
- Gezonde producten op ooghoogte: Het op ooghoogte plaatsen van producten uit de Schijf van Vijf vergroot de kans op gezonde keuze.
- Schapkaartjes. Bij producten uit de Schijf van Vijf zijn herkenbare schapkaartjes geplaatst. De winkelbegeleiding verleidt de klant daarbij tot gezondere keuzes door middel van motiverende gespreksvoering.
- Recepten en proeverijen. Iedere maand is er een nieuw recept voor een gezonde maaltijd beschikbaar in het Nederlands, Engels en Arabisch. Maandelijks organiseren we een proeverij waarbij we klanten inspireren door het maandrecept live te koken en te laten proeven.
Resultaten Gezonde Tas: in 2024 halen we ruim 60% in de behoefte volgens de Schijf van Vijf. In 2025 verwachten we ruim 80% te behalen.
Een bord vol tips van Voedselbank Venlo
- Werk samen met het onderwijs.
- Vraag de gemeente subsidie voor de inzet van een diëtist adviseur gezondheidsinterventies.
- Neem vrijwilligers écht mee in het ‘waarom’ achter een verandering.
Noaberkracht in Almelo belangrijker dan de bekendheid van de voedselbank
“Sinds dat we hebben aangegeven dat we het zelf gaan doen, is de relatie met de gemeente verbeterd. Het klinkt tegenstrijd, maar het is echt zo.” Aan het woord is Henny Ganseman van Voedselbank Almelo. Henny Ganseman van Voedselbank Almelo ziet sinds kort een betere samenwerking met de gemeente. “Het Almelose armoedepact met 65 organisaties bleek te groot en te ingewikkeld. Beroeps- en vrijwilligersorganisaties hebben vaak verschillen de agenda’s. Daarom zijn we zelf een klein, effectief netwerk begonnen met onder andere woningcorporaties, moskee, raad van kerken en schuldhulp maatje; partijen die direct iets voor onze klanten kunnen betekenen.” Deze partners mogen namens de voedsel bank hulp aanbieden. “Wij vragen alleen naam, contactgegevens en gezinssamenstelling. Verder werken we op basis van vertrouwen: wie hulp vraagt, zal het nodig hebben.” Het voordeel: deze organisaties komen al ‘achter de voordeur’. Mensen hoeven zelf geen stap naar de voedselbank te zetten, waardoor de drempel verdwijnt. “Wij blijven even uit beeld; het gaat om de hulp, niet om ons. Zo kunnen mensen anoniem wennen aan ondersteuning. Van daaruit groeit het contact met ons vanzelf.Want vanuit de hulp ontstaat vertrouwen, vanuit vertrouwen een relatie en vanuit die relatie brengen wij mensen in contact met bijvoorbeeld schuldhulpmaatje.” Deze kleinschalige, gerichte aanpak werkt en krijgt ook erkenning van de gemeente. “In nieuw beleid is afgesproken dat bij een afspraak met de armoedeconsulent direct ook een aanvraag voor voedselhulp kan worden gedaan.”
Een bord vol tips van Voedselbank Almelo
-
Kies partners die al ‘achter de voordeur’ komen
-
Cijfer je zelf als organisatie weg, het gaat om de hulp niet om ons
-
Vertrouw op vertrouwen
Voedselhulp is in Achtkarspelen een middel om in gesprek te komen, geen doel
Bij Voedselbank Achtkarspelen ‘werken’ geen ‘intakers’ of ‘screeners’, maar relatiebeheerders. Voorzitter Engbert van Esch benadrukt: “Met die relatie begint het.” De organisatie ziet zichzelf steeds meer als hulpinstantie in plaats van puur verstrekker van levensmiddelen. Vanuit het principe burgers voor burgers wordt gewerkt aan vertrouwen: bij vrijwilligers om gesprekken te richten op het vergroten van bestedingsruimte, en bij klanten om ook hulp van andere instanties te accepteren. De voedselbank investeert in samenwerking met gebiedsteams, schuldhulpverleners en eerstelijnszorg. Professionals als consultatiebureaus en zorgverleners signaleren vaak als eersten problemen, waardoor een klein, actiegericht netwerk is ontstaan. De resultaten zijn opvallend: 60% meer klanten in één jaar, waarbij inmiddels tweederde via het netwerk binnenkomt. Dit betekent dat mensen eerder hulp krijgen; zelfmelders wachten vaak langer namelijk. Zo kan sneller gewerkt worden aan herstel richting de toekomst, waarbij ook de leefomgeving wordt beoordeeld. Is deze omgeving onvoldoende steunend, dan kan het zijn dat we voedselhulp bieden, ook als de officiële criteria niet gehaald worden. Het uitgangspunt: niemand mag door een gebrek aan steun te geïsoleerd raken om vooruit te komen. Zo wordt voedselhulp een middel, niet het doel — met duurzame verbetering als eindpunt.
Een bord vol tips van Voedselbank Achtkarspelen
-
Zet relaties centraal, niet intakeprocedures
-
Profileer als hulporganisatie, niet alleen als voedselverstrekker
-
Breng de leefomgeving van de mens in beeld
Op Walcheren hoef je maar één keer je verhaal te doen
Ooit was de hulpverlening op Walcheren een boemeltrein. Als je hulp nodig had vanwege armoede kon je instappen in de ene wagon, je verhaal doen, uitstappen en dan in de volgen de wagon weer hetzelfde. Inmiddels is dat boemeltreintje vervangen door een snelle, aaneengesloten intercity, vertelt Emmy de Kraker – Pauw trots. “Voedselbank Walcheren organiseert regelmatig bijeenkomsten met lokale organisaties die met potentiële klanten werken. Dat groeide snel groot en is nu weer klein gemaakt in de vorm van werkgroepen. Centraal staat steeds ‘wat kunnen we concreet doen om mensen beter te helpen?’ Niet steeds je verhaal opnieuw hoeven doen is daarin een hele belangrijke. “Nu is het dus zo dat waar iemand zich ook meld voor hulp, die persoon hoeft maar één keer het verhaal te vertellen. Cruciaal daarbij is goede afstemming over welke informatie nodig is en gedeeld mag worden en vooral wat je juist niet vraagt. Want we hebben niet zoveel nodig om te kunnen helpen. En we mogen er ook wel op vertrouwen dat er vanuit de relatie vanzelf meer informatie komt gedurende de duur van de hulp. Zo is er maar één keer een lage drempel in plaats van tientallen hoge. Daarnaast werken we hard aan het zo menselijk mogelijk houden en maken van het contact. We helpen vrijwilligers én klanten om ambassadeur te zijn in hun contacten en zorgen dat potentiële klanten zoveel als mogelijk namen en nummers van vrijwilligers hebben. Want dat is het unieke van de voedselbank, we zijn burgers voor burgers, dan moeten we mensen niet het gevoel van een instantie geven met allerlei info@ mailadressen of algemene nummers met keuzemenu’s. Het resultaat? 100 klanten meer dan vorig jaar en geen zomerdip. De combinatie van samenwerking, menselijkheid en het principe van ‘maar één keer je verhaal vertellen’ verlaagt de drempel voor hulp aanzienlijk en versterkt het herstelproces van de klanten.”
Een bord vol tips van Voedselbank Walcheren
-
Organiseer dat mensen maar één keer hun verhaal hoeven doen
-
Help vrijwilligers én klanten om ambassadeur te zijn
-
Zorg voor contact tussen mensen onder mekaar, niet tussen mens en organisatie