“Doe niet direct de intake als mensen zich melden. Help de eerste paar keren en zorg dat mensen met een volle boodschappentas naar huis gaan. Mensen zijn op hun kwetsbaarst als ze zich melden en vinden het eng formulieren in te vullen. Doe dat later als mensen zich op hun gemak voelen.”
Aan het woord is econometrist Frans Cruijssen van Tilburg University die onderzoek doet naar de schaamte-drempel. Hij heeft acht voedselbanken bezocht en met tal van vrijwilligers en klanten gesproken. De rode draad van zijn onderzoek is: hoe kunnen we mensen bereiken die in aanmerking komen voor hulp, maar geen klant van de voedselbank zijn. Schaamte speelt daarbij een grote rol.
Cruijssen: “Daarnaast zijn mensen bang dat ze net 10 euro te veel verdienen om in aanmerking te komen voor hulp om vervolgens te worden weggestuurd. Die verhalen zingen rond. Niet terecht, maar het weerhoudt mensen er wel van een eerste stap te zetten. In de top 3 drempels staat de vermeende slechte kwaliteit van voedsel op de derde plaats. Veel teruggehoord: je krijgt slecht voedsel dat over datum is. Het is niet waar, maar het zit wel in de hoofden van mensen.”
Grote verschillen
Opvallend in het onderzoek zijn de grote verschillen tussen de voedselbanken. Er zijn voedselbanken die iets meer dan twee procent van de mensen bereiken die in aanmerking komen voor voedselhulp, de hoogst scorende voedselbank tikt de zestien procent aan. Hoe komt dat? Cruijssen: “Dat komt deels door factoren waar voedselbanken zelf niets aan kunnen doen. Bedien je een wijk met veel ouderen, heb je automatisch meer klanten; zit je in een wijk met veel hoge inkomens, heb je automatisch minder potentiële klanten. Etniciteit is een andere factor die je als voedselbank niet kunt beïnvloeden.”
Knoppen
Er zijn ook knoppen waar je als voedselbank wel aan kunt draaien. Cruijssen: “Denk aan de opzet, de openingstijden en de aanmeldprocedure. Doe de aanmeldprocedure pas als mensen zich op hun gemak voelen, is zo’n voorbeeld. Uit het onderzoek blijkt dat mensen twee mentale drempels ervaren: schaamte en trots. Daarom is het zo belangrijk om mensen in hun waarde te laten.” Taal is daarbij een belangrijk instrument, benadrukt Cruijssen. “Soms glippen er woorden doorheen die heel hard aankomen. Gebruik daarom positieve woorden. Je bent welkom in plaats van coulance; winkelen in plaats van ophalen; ontvangst in plaats van intake. En spreek niet over nummers, maar over klanten. Ik citeer één van de mensen die ik heb gesproken: “Woorden doen ertoe, en sommige woorden doen je heel klein voelen.”
De resultaten van het onderzoek worden gebruikt voor het Onder de Radar-project. De presentatie van Frans is hier te bekijken.